Eenzaamheid staat hoog op de politieke agenda, zo valt er te lezen in de media en in de vakbladen. Met een al jaren stabiel percentage van 35% in alle leeftijdscategorieën, zowel in de stad als op het platteland is het tijd voor reflectie.

In deze tweede reflectie ga ik in op het signaleren van eenzaamheid. Hoe herken je eenzaamheid bij jezelf? Bij anderen? Zijn er specifieke kenmerken bij eenzaamheid?

Het herkennen van eenzaamheid is niet eenvoudig omdat het om een subjectieve beleving gaat. Eenzaamheid is niet hetzelfde als alleen wonen of weinig contacten hebben. Eenzaamheid is het gevoel wat hoort bij het gemis aan verbondenheid met andere mensen en het gemis aan zingeving. Ook voor jezelf is het lastig om eenzaamheid te herkennen. Het gaat al snel om een gevoel van onbehagen, depressiviteit, ongelukkig zijn. Het is geen fijn gevoel en ontkenning ligt dan op de loer. Negatieve gevoelens ervaar je liever niet. Uiteindelijk leg je je neer bij de situatie waarin je leeft en heb je geen bewust zijn meer dat je eigenlijk eenzaam bent.

Naast de subjectieve gevoelens zijn er toch ook een aantal objectieve kenmerken te noemen die een hoger risico geven op eenzaamheid. Risicofactoren zijn een ingrijpende levensgebeurtenis zoals het overlijden van een naaste, inkomensachteruitgang, het krijgen van een ziekte of een verhuizing.

De levensgebeurtenis kan voor de persoon aanleiding zijn om zich terug te trekken of zich niet meer gekend te voelen. In sommige gevallen is er sprake van het wegvallen van een daarvoor vanzelfsprekend netwerk. Eenzaamheid wordt vaak gekoppeld aan ouderdom. Een hoge leeftijd, boven 75 jaar, is wel een risicofactor waardoor eenzaamheid vaker voorkomt bij ouderen, maar eenzaamheid komt in alle leeftijdsgroepen voor. Bij ouderen is er vaker sprake van eenzaamheid doordat de risicofactoren zoals ziekte, doofheid, slechtziendheid, overlijdens, minder mobiel en teruggang in inkomen meer voorkomen. Eenzaamheid uit zich ook in de mate van sociale redzaamheid en gedrag. Mensen die eenzaam zijn, hebben de neiging er minder op uit te gaan, de deur niet open te doen of de telefoon niet op te nemen en zichzelf en/of het huishouden te verwaarlozen. Gedrag wat een uiting kan zijn van eenzaamheid is bijv. aanklampend gedrag. De loodgieter van de woningcorporatie die bijvoorbeeld opgewacht wordt met een flinke pot koffie, of de buurvrouw die maar door blijft praten.

Kortom, de signalen die kunnen wijzen op eenzaamheid zijn van algemene aard en de subjectieve ervaring is niet van iemands gezicht af te lezen. Iemand eenzaam noemen zonder het gesprek eerst aan te gaan, hoeft niet waar te zijn.

De kunst is om contact te maken met de persoon waarbij je eenzaamheid vermoedt.





trees
“betrokken zijn en
praktisch handelen.”
Trees Flapper